Dit weekend vierden mijn beide leermeesters in de yoga en Ayurveda, Aafke en Frans, hun jubileum. Beider centra, los van elkaar gestart, nu samen gegaan (net als Aafke en Frans zelf, trouwens) bestonden respectievelijk 25 en 12,5 jaar. Geheel in de zijn van de Indiase traditie wordt zo’n mijlpaal gevierd met een Havan. Een Havan …
Dit weekend vierden mijn beide leermeesters in de yoga en Ayurveda, Aafke en Frans, hun jubileum. Beider centra, los van elkaar gestart, nu samen gegaan (net als Aafke en Frans zelf, trouwens) bestonden respectievelijk 25 en 12,5 jaar. Geheel in de zijn van de Indiase traditie wordt zo’n mijlpaal gevierd met een Havan. Een Havan is een vuurceremonie, vol rituele, vol symboliek. Zittend rondom het brandende vuur wordt 108 kaar een mantra gezongen. De mantra was er een van zes regels, gericht op steun aan de zieken en de stervenden. Je aandacht werd dan ook gevraagd voor iemand in je omgeving die de steun in een moeilijke periode kon gebruiken. Na elke mantra wordt er van drie kanten een kruidenmengsel in het vuur gegooid, met de toevoeging ‘Swaha’. Vanuit de vierde kant worden een paar druppeltjes ghee, geklaarde boter, richting vuur gedruppeld. Ook het verzamelde publiek doet mee met de ‘Swaha’, waarbij de vingers tijdens de mantra tegen het borstbeen worden gehouden en op ‘Swaha’ een beweging naar het vuur wordt gemaakt. Alsof je, vanuit het hart, dat wat je kwijt wilt, die eigenschap of gewoonte waar je vanaf wilt, in het vuur gooit.
Vuur, veranderend, transformerend, zuiverend. In alle culturen over de hele wereld is vuur een onmisbaar onderdeel van rituelen en spirituele sessies. Aafke en Frans hadden die andere inspirator van mijn yogapad, Maaike Chavanu, gevraagd om de Havan te leiden. En mij viel de eer te beurt om als vuurmeester op te treden..
Maaike had veel van de voorbereidingen getroffen, zoals de kruiden, de ghee, droge en klein gemaakte houtjes, een soort van vuurkorf met gesloten zijkanten en wat kamfer om het vuur snel aan te krijgen. En een grondplaat, om te vermijden dat vonkjes de gele vloerbedekking rood zouden doen opgloeien. Mijn taak hield in dat ik moest zorgen dat het vuur ging branden en bleef branden. Natuurlijk met enige beperkingen, alleen al omdat de hele ceremonie binnen plaatsvond, eerst ’s morgens in het yogacentrum in Den Helder, daarna ’s middags in het centrum in Alkmaar. Dus: hou het vuur klein.
Nu heb ik een halve eeuw geleden bij de padvinders gezeten, dat betekent niet dat ik een ervaren brandstichter of kampvuuroverste ben. Zelfs de kunst van het barbecueën is aan mij voorbij gegaan, alleen al omdat daar voor een vegetariër niet veel eer te behalen valt. Niet gehinderd door pyromane ervaringen ging ik dus aan de slag, want hoe moeilijk kan het nou helemaal zijn. ‘Hou het vuur klein’, zo was mij toevertrouwd. Zorgvuldig wakend over het vuur wierp Ondertussen zongen wij allen, ikzelf niet in het minst, de mantra met na elke aflevering ‘Swaha’. In plaats van kruiden of ghee deponeerde ik zo ik af en toe een houtje op de kamferblokjes, die het vuurtje mooi deden opkomen.
Geheel begrijpelijk komt er dan een moment dat de kamfer uitgewerkt is en het houtje het werk zelf moet doen. Nu is er een natuurkundige wet (denk ik) dat de temperatuur van het vuur hoog genoeg moet zijn om vlammen te veroorzaken. Is dat niet het geval, dan gaat vindt er geen vergassing van het hout plaats, maar gaat de brandstof smeulen. De vlam trekt zich terug en het hout gaat gloeien, het wordt geen as, maar houtskool. Tijdens ons gezang was dat precies wat gebeurde. Ik deed uiterste pogingen om, al zingend en ‘Swaha’ roepend en naar het vuur werpend, de vlam te doen terugkeren. Een nieuw blokje kamfer met een lucifer deed wonderen. Tot drie keer toe zelfs, want ja, ik wilde het vuur klein houden…
Deze hele vuurceremonie was vol van warmte. Van het vuur, van de gloeiende houtjes, maar zeker ook van binnen. Je raakt in een flow, zeg maar. De voortdurende herhaling en het ‘Swaha’ maakten dat hier en daar emoties merkbaar werden. Ik heb ook mensen gezien met tranen in de ogen. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ik daar als vuurmeester mede verantwoordelijk voor was. De opdracht ‘hou het klein’ werkte in mijn aanpak zo uit dat de yogaruimte blauw van de rook stond en voor- en achterdeur tegen elkaar open moesten om nog zuurstof toe te laten. Al met al een bijzondere ervaring. En met die opgedane ervaring mocht ik ’s middags weer vuurmeester zijn. Het vuur brandde lustig, de vlammen waren prima en rook was er nauwelijks. Ook vuurmeester zijn moet je leren…